Vuurdoop voor Jan van de Laar als navigator
Etappe 1B van de Dakar Rally 2022 was de eerste serieuze dag dat Jan van de Laar niet het stuur maar de navigatietablet in handen had. Dat heeft hij geweten. De lus van 333 kilometer bij Ha’il was er eentje met ontzettend lastige navigatie. Van de Laar genoot.
“Een echt leuke proef”, omschreef Jan van de Laar de eerste etappe van deze Dakar. “Lekker veel zand, wat serieuze duinenpartijtjes, hier en daar wat gravel en stenen: alle elementen zaten erin.” Die elementen waren het probleem niet. In de briefing had wedstrijdleider David Castera al gewaarschuwd voor de navigatie: die zou het lastig maken. De proloog van 19 kilometer op nieuwjaarsdag stelde qua navigatie niets voor, maar dit was andere koek.
Bij zowel de motoren als de auto’s ging de ene na de andere in de fout. Sommige topcoureurs verloren twee uur met zoeken naar een waypoint dat ze niet konden vinden. “Iedereen was aan het tobben. Het lag dus gelukkig niet aan mij, op mijn eerste dag”, lachte Van de Laar.
“Het ging best goed, denk ik, maar dat ene waypoint – nummer 52 – hebben we niet gevonden. Na een half uur zoeken hebben we het maar laten liggen en zijn we doorgereden. Er stond een straftijd van een kwartier op als je het niet haalde. Dat is de moeite niet waard. Bovendien begon het donker te worden, dus het was een overwogen keuze.”
Broer Ben van de Laar stuurde de Iveco als zeventiende truck over de meet, op ruim anderhalf uur achter etappewinnaar Dmitry Sotnikov. Door het kwartier straftijd werd Fried van de Laar Racing als achttiende geklasseerd.
De tweede etappe is niet, zoals gepland, een marathonetappe. Na de wedstrijdproef van 338 kilometer gaan de deelnemers naar het bivak van Al Qaisumah, waar ook de assistentie heen gaat. Het marathonbivak staat door hevige regenval in de regio onder water. “Jammer”, vindt Jan van de Laar. “Ik vind een marathon, waarbij we op onszelf zijn aangewezen, altijd wel leuk.
En de truck doet het prima. Geen centje pijn vandaag. De problemen (een lekke slang, red.) hadden we gelukkig gisteren. Dat hadden we vandaag niet moeten hebben op een stuk van 333 kilometer.”