Twee uur gingen in rook op. Evenals op de tweede dag kon de DAF van Fried van de Laar Racing niet op volle snelheid door de vijfde etappe van de Dakar 2020. Een gebroken bladveer was er de oorzaak van dat Jan van de Laar het gas niet vol in kon trappen. Dat was jammer, om meerdere redenen. Twee dagen waren Jan en Ben van de Laar en Simon Stubbs bezig geweest om een beetje naar voren te komen na het versnellingsbak-verhaal. Dat was aardig gelukt en de heren konden vanaf de zeventiende plaats beginnen aan de vijfde etappe. Dat was er eentje waar ze naar hadden uitgekeken, want hier zou eindelijk meer zand komen. Dat was er ook: 200 van 353 km tussen Al-‘Ula en Ha’il. Maar het team Van de Laar had er minder plezier van dan ze hadden gehoopt. “Al na een kwartier in de proef ging de bladveer linksvoor stuk”, vertelt Jan van de Laar. “Gewoon op een recht stuk, niks bijzonders. Het is een terugkerend probleem en we weten niet waar het aan ligt. We hebben al verschillende soorten en types geprobeerd, het blijft mis gaan.”
Bladveer verpest de dag voor Team Van de Laar
Na een noodreparatie konden de heren verder maar vanwege de bladveer niet op snelheid. “Zachtjes naar de finish. Helaas, want het was een gave special”, vond Jan. “Mooi, zwaar zand, mooie duinen. Als we die vol hadden kunnen pakken, was het supervet geweest.”
De uitdaging van de etappe zat in het parcours, vult navigator Ben van de Laar aan. “Qua navigatie was het niet zo spannend vandaag, maar het parcours was gaaf. Megasteile afdalingen en weer omhoog. Het was echt wel een proef voor ons, maar we konden het niet zoals we hadden gewild.”
Het gevolg is dat de équipe met de 25ste tijd over de streep kwam en dus weer iets verder naar achter start voor de zesde etappe. Traditioneel is de etappe voor de rustdag een zware, maar daar hebben de heren Van de Laar niet zo’n moeite mee. “Gaan we doen. En morgenavond zijn we gewoon weer in het bivak.”